Een welkom lichtpuntje in deze tijden van energieschaarste. België heeft een akkoord gesloten met de Franse energiereus Engie om de twee kerncentrales in Doel en Tihange die het land nog rijk is, tien jaar langer open te houden, tot 2035.
Energiegebrek minder knellend
De kerncentrales die openblijven zijn Doel-4 en Tihange-3. Dit zijn de grootste reactoren in Doel en Tihange en ze open houden scheelt 1006 MW resp. 1038 MW. In totaal nemen deze centrales een kwart van de Belgische elektriciteitsbehoefte voor hun rekening.
Wat dat betreft, is dit dus een kopzorg minder. Het openhouden van een kerncentrale betekent dat er vijftig keer zo weinig CO2 wordt geproduceerd per kilowattuur vergeleken met steenkool. En, ook niet onbelangrijk, spaart het heel wat gas en steenkool, die Europa dan niet meer uit Rusland hoeft te halen. Netbeheerders in West-Europa zagen met angst en beven het moment tegemoet dat deze centrales dicht zouden gaan. Die zorgen zijn nu dus voor nu voorbij.
Kans op ongelukken relatief klein
Tegenstanders van kernenergie wijzen graag op de problemen met kernafval en de kans op ongelukken. Zij zijn daarom minder blij met de langere bedrijfsduur van deze twee centrales en wijzen op ongelukken als Tsjernobyl en Fukushima.
In tegenstelling tot Tsjernobyl is dit een veel veiliger type. Ook worden er geen roekeloze experimenten gedaan, zoals in de centrale in Tsjernobyl. Bovendien liggen de twee centrales niet in een aardbevings- of tsunamigebied zoals Fukushima.
Het afvalprobleem is in verhouding beperkt, omdat het om een vrij klein volume gaat en het grootste deel wordt verwerkt tot nieuwe splijtstof. Alleen het ontmantelen van de kernreactor zelf levert wel veel afval op, maar dat probleem bestond al wat langer. Het wordt nu tien jaar naar de toekomst verplaatst. Een andere prettige kant van radioactief afval, is dat het steeds minder radioactief wordt.