In 5 stappen naar een veilig en stabiel thuisnetwerk

Geschreven door

Bram

Gecontroleerd door

Apparata Gokexperts

Bijgewerkt op

22 september 2013

[addtoany] ×

Tegenwoordig willen alle apparaten internet hebben. Telefoontjes, tablets, televisies, en zelfs witgoed wil zo nu en dan even aan het internet hangen. Ook willen veel mensen graag dat het allemaal draadloos is, en met hedendaagse techniek kan dat ook makkelijk. Maar hoe leg je dat nou eigenlijk aan?

Een instabiel netwerk is enorm irritant. Het ene moment ben je lekker aan het surfen, het andere moment lig je er uit. Maar hoe kan dat? En wat heb je precies nodig om een stevig netwerk te bouwen?

Stap 1: Verzamel je spullen en sluit ze aan

Voor een netwerk heb je op z’n minst nodig:
– een modem
– een router met 802.11b/g en 802.11.n capaciteit. Het liefst dual-band. (2.4GHz en 5GHz)
– 2 ethernetkabels
– een computer
Het modem krijg je als het goed is in bruikleen van je provider. Ze kunnen vele vormen en functies hebben, maar uiteindelijk zijn ze je toegangspunt tot het internet. Hang deze het liefst in de meterkast, zo dicht mogelijk bij waar de ondergrondse kabel het huis binnen komt.
Een router moet je zelf kopen. Soms zit een routerfunctie bij het modem inbegrepen (Denk hier bijvoorbeeld aan de Fritzbox of bepaalde UPC-modems), maar dit is verre van optimaal en gaan we ook omzeilen later.
De kabels moeten van degelijke kwaliteit zijn, en lang genoeg om alles te halen.

Steek nu een netwerkkabel in het modem, en het andere eind (tijdelijk!) in de computer. Zet het modem aan, wacht tot deze is opgestart, en controleer of het internet werkt. Nu weet je of alles aan de kant van de provider goed zit aangesloten. Soms moet het modem zich nog aanmelden bij de provider, hier kan een uur overheen gaan.

Stap 2: Routerfunctie in het modem uitzetten

De meeste modems hebben een ingebouwde router. Mocht je modem maar 1 ethernetpoort en geen wifi hebben dan kan je deze stap overslaan. We gaan de router uitzetten. Dit lijkt tegenstrijdig, maar doen we zodat we straks ons eigen router er achter kunnen hangen die vaak veel meer functionaliteit biedt. Ga naar de webpagina van het modum, en zet deze in brugmodus. Hiervoor heb je het IP-adres nodig:
– In Windows: Start > Bureau-Accessoires > Opdrachtprompt. Voer dan ipconfig in. Bij Default Gateway staat het IP-adres van het modem.
– In OS X: Systeemvoorkeuren > Netwerk > Ethernet (want hij hangt er met een draadje aan) > Geavanceerd > Router
Vaak zal het adres beginnen met 192.168.x.x. Stel vervolgens in dat het modem in brugmodus gaat, dit verschilt per provider hoe het moet. Vaak kan je op hun website wel vinden hoe dit moet.

Stap 3: Router aansluiten en configureren

Ook deze stap varieert door alle verschillende routers, maar er zijn een paar basisinstellingen die moeten kloppen. We beginnen met het modem op de router aansluiten. Haal de kabel uit de computer en steek deze in de WAN-poort van de router. Zet nu de router aan. Wacht tot deze is opgestart, en sluit vervolgens de computer met een tweede kabel aan op de router. Benader de router op precies dezelfde manier zoals bovenstaand, of gebruik de eigen software van de fabrikant. (Bijvoorbeeld Airport Configuratieprogramma van Apple)
Stel dan in:
– dat de router als NAT en DHCP-bron dient, zodat deze een reeks IP-adressen kan verstrekken
– een naam voor het draadloze netwerk, zowel op 2.4GHz als 5GHz indien beschikbaar, en een wachtwoord hiervoor. Maak het wachtwoord moeilijk te raden, het liefst met een paar cijfers en leestekens, en niet zoiets sufs als het thuisadres.
– Type draadloze beveiliging naar WPA2. Dit is de meest recente en veilige manier om een netwerk te beveiligen
– PPoE indien vereist (Dit wordt aangegeven bij je provider)
Herstart de router, en bevestig dat je een willekeurige website kan openen met de aangesloten computer. Als dit werkt maak je draadloos verbinding met het zojuist ingestelde netwerk, en bevestig je dat ook deze werkt.

Stap 4: Locatie, locatie, locatie

We zijn er bijna. Nu gaan we de router ergens plaatsen zodat het draadloze bereik maximaal is. Vaak is dit ergens in het midden van het huis, op de benedenverdieping. Zorg er in ieder geval voor dat de kabel naar het modem lang genoeg is, en netjes weggewerkt kan worden. Loop nu een paar keer door het hele huis heen met iets wat draadloos internet gebruikt (een smartphone of iets dergelijks), en test dat je overal bereik hebt. Sluit vervolgens de bedrade apparaten aan.

Stap 5: Printers en WDS

De meeste draadloze printers kunnen simpelweg het Wifi-netwerk vinden. Voer op de printer het wachtwoord in en voeg de printer toe op de aangesloten computers. Mocht je een printer hebben die via WDS wil verbinden dan zit er een extra stap tussen. Eerst moet je WDS aanzetten op de router, en dan zal de printer automatisch het netwerk zien en verbinden. Het netwerk staat dan tijdelijk ‘open’ voor nieuwe apparaten. En vergeet niet om de juiste toner te gebruiken!

Als je al deze stappen doorlopen hebt zou je een stevig en snel draadloos netwerk moeten hebben. Zo niet dan ligt er ergens een instelling dwars. Het kan dan helpen om de router terug naar fabrieksinstellingen te zetten en vanaf nieuw te configureren. Houd er dan altijd rekening mee dat er om te configureren een draadje tussen router en computer moet liggen. Draadloos configureren is niet handig, want de verbinding gaat wegvallen bij een herstart.