Hoe kan een dergelijke monitor zó duur zijn?!
Toen ik mijn curved 24-inch gaming monitor van AOC kocht voor zo’n €200 was ik erg te spreken over de prijs. ‘Mwa, honderd meer was ook nog terecht geweest,’ dacht ik tevreden. Met die gedachte in het achterhoofd moet je toch van de zotte zijn om een monitor voor $5000 ballen aan te schaffen. Of toch niet?
Vorig jaar kondigde Asus, tegenwoordig hét bedrijf van overkill hardware, de ProArt PQ22UC-monitor aan. Het beeldscherm is een relatief kleine 21,6-inch, heeft een resolutie van 3840×2160 (4K) en kan behoorlijk solide kleuren produceren. Okay, maar hoezo dan die belachelijke prijs?
Nou, omdat hij draagbaar is. Waar een gemiddelde monitor jaloers is op het figuur van een kleine olifant, is de ProArt een absurde 1 kilogram zwaar. Ter vergelijking: een gemiddeld beeldscherm met deze grootte weegt gemakkelijk 3 kilo. Daarnaast is alles aan het ding op te vouwen of in te klappen en daarmee ontzettend gemakkelijk om mee te nemen. Geen harde, lompe voet of permanent bevestigde ophangmechanismen.
Verder zou de monitor 99 procent van de dci-p3-kleurruimte weergeven, produceert hij 140-330 nits helderheid, levert hij ondersteuning voor high dynamic range 10 (HDR10) en sport het apparaat een contrastratio van 1.000.000:1.
Dat is zeker allemaal zeer netjes, maar toch stoort het prijskaartje me een beetje. Voor hetzelfde geld kun je namelijk een stevige gaming PC, een VR-set en een laptop kopen met genoeg wisselgeld voor een weekendje Barcelona.
Maar de ProArt is niet bedoeld voor knakkers zoals ik, zo stelt Asus zelf. Het is een apparaat voor professionals. En hoewel de applicaties een beetje vergezocht zijn, kan ik me ergens voorstellen dat een grafisch designer of een kunstenaar bijvoorbeeld zijn creatie aan een klant wil laten zien, zonder dat hij afhankelijk is van de hardware op locatie. Een stoffige oude beamer is nauwelijks een goed apparaat om reclame voor jezelf op te maken.
Aan de andere kant, die paar applicaties zijn gelijk álle applicaties. De ProArt heeft een karige ververssnelheid van 60Hz, wat niet genoeg is om te gamen (voor die prijs, in elk geval) en hij is tevens te klein om als gaming-monitor te voldoen. Al met al vraag ik me uiteindelijk af of deze veredelde, veel te dure pseudo-tablet misschien iets te veel concept en te weinig praktisch nut is geworden.